“Ta-ta-tik, ta-ta-tik, ta-ta-tik , ta-ta-tik ” klonken ongeduldige nagels op de verlaten toonbank.

Het is zaterdagmiddag. Het is uitstekend weer om even de stad in te gaan. Dus onze winkel staat vol met klanten. Met z’n drieën verdelen we de aandacht over de aanwezige klanten die ons om aandacht vragen of waarvan wij hebben ingeschat dat hulp aanbieden tot een aankoop zou kunnen resulteren. Zo’n dag ziet een eigenaar in de detailhandel graag. Dit is de gezonde witgoedzaak in betere tijden met een zaak vol met mensen die blijkbaar iets willen weten of iets willen kopen.

Zo’n dag gaat natuurlijk nooit helemaal over rozen. Want als servicegerichte wasmachineboer zul je ook klachten moeten (en willen) incasseren waar je een passende oplossing voor moet zoeken. De klanten of de buitendienst kunnen opbellen met lastige vragen of je bent door je wisselgeld heen op het moment dat er dikke rijen voor je toonbank staan.
Toch zijn dit processen die je moet incalculeren. Ze horen er gewoon bij.

Er zijn ook situaties die op zo’n dag voorkomen waarvan je had gewenst dat je ze op een rustige doordeweekse ochtend kreeg.
Zo kunnen er ‘gekken’ doelloos je winkel binnenwandelen die je van je werk houden omdat je ze toch beleefd aandacht moet geven. Een boze klant kan de hele toko op z’n kop zetten door te tieren of door iets te saboteren. En je hebt van die kakkers die omhoog uit hun bakfiets zijn gevallen.

Ik zou geen ‘Gsorsnoi’ heten als ik me niet in het bijzonder zou storen aan die laatste groep.

Nadat ik had ‘afgerekend’ met de laatste klant werd ik onvermijdelijk geconfronteerd met de dame die aan de toonbank op mijn professionele hulp stond te wachten. ‘Geduldig’ heb je me niet horen gebruiken in de voorgaande zin.
Als blikken konden doden dan had ik op dat moment tot stof wedergekeerd. Een vrouw van bejaard gestel en leeftijd was al veel langer in de winkel aan het snuffelen tussen de koelkasten en had al blikken langs de koelkasten geworpen wie haar kon helpen. Ze bezat helaas niet langer het inzicht en brutaliteit om mij of mijn collega’s tijdig aan te klampen om deze mevrouw die voor de balie stond voor te zijn.
De ongeduldige vrouw voor de toonbank – waarbij ik al uren kak rook – had al het recht mijn aandacht op te eisen. Ze had zich namelijk voor de toonbank opgesteld. Omdat het zo de regels zijn hielp ik haar daarom eerst.
Het had alleen van een heel stuk meer beleefdheid getuigd als ze had voorgesteld dat ik de oudere vrouw eerst hulp zou aanbieden.

In zo’n situatie loop je altijd met diegene mee die zich netjes aan de balie heeft gemeld.
Toch zijn er genoeg situaties in mijn verkopercarrière geweest waarin brutale gevallen de aandacht opeisen zonder dat ze zich eerst netjes bij je melden.

Het knippen van vingers klonk op het moment dat ik bij het opkijken van een werkbon op de balie per ongeluk oogcontact maakte met zo’n bakfietsbewoner. Dit was mijn fout! In mijn ooghoek zag ik hoe links van mij een andere klant vanaf het klein huishoudelijk apparatuur passen maakte naar de toonbank.
“Jongeman, kun je me even helpen?” vroeg de vingerknipper hardop.
Ik probeer al een andere kant op te kijken, maar ik weet reeds hoe dit afloopt.
“Het spijt me, maar volgens mij was ik toch eerder” hoor ik de naderende klant in het algemeen opmerken. In deze situatie hing het van mijn beslissing af wie ik voor zou laten.
Mijn collega’s hadden beide de handen vol aan andere klanten zodat ik moest kiezen tussen twee kwaden.

Ik mag bevooroordeeld zijn met mijn mening over de beruchte kakkers uit deze wijk. Maar ik houd me op zo’n moment toch altijd voor dat omhooggevallen mussen je op zaterdag alleen maar van je werk houden met ik-koop-toch-niets-van-je gesprekken, omdat ze dinsdag te druk zijn met yoga en woensdag Fifi naar de hondentrimmer moet. Ze laten tussen hun vragen lange stiltes vallen, hebben iets te zeiken over de kleinste details en nemen de tijd van de wereld zonder dat ze iets kopen.
Alsof ze alleen op de wereld zijn.
Ze kopen eigenlijk alleen maar iets uit deze winkel, als de chef van de zaak het persoonlijk aan ze verkoopt. Vraag dan niet of ik je helpen wil!

Met een gevoel van overwinning in mij zag ik de zogenaamd modern geklede dame verontwaardigd op haar bakfiets stappen en wegfietsen nadat ik de andere klant voor liet gaan.
In het andere geval had de klant die ik toen voorliet boos weg gelopen. Dat had pas een gemis kunnen zijn.
 

By rinaoddel | January 26, 2010 - 7:46 am - Posted in Duimzuigerij, Galbakkerij, Nederlands, Rinas Recepten

image by cote, edited by Gsorsnoi 

Dit is een echte klassieker.

Op het moment dat ik dit recept ontving van mijn stiefmoeder had ik al gelijk bedacht dat ik dit recept later maar even moest lezen. Het was al laat dat ik mijn e-mail opende en wilde eigenlijk al naar bed. Daardoor had ik het e-mailtje dus alleen even vluchtig gelezen. Mijn stiefmoeder komt uit Limburg, waardoor ik al gauw de conclusie trok: dit is duidelijk in het plaatselijk dialect geschreven.
Dat lees ik morgen wel!

… tot ik vanmorgen verder las …

“Eend met Whisky”

Ingrediënten:

  • Een eend van ca. 5 kg.
  • 2 grote flessen Schotse Whisky
  • 500 gr. speklapjes
  • 1 fles olijfolie

Bereiding:

De eend larderen en de binnenkant inwrijven met peper en zout.
De oven 10 minuten voorverwarmen op 180 graden (stand 6-7).
Een longdrinkglas voor de helft vullen met whisky.
De whisky opdrinken gedurende het voorverwarmen van de oven.
De eend op een vuurvaste schotel leggen en een tweede glas whisky inschenken.
Het tweede glas whisky opdrinken en de eend in de oven zetten.
Na twintig minuten de oven op 200 graden zetten en twee glazen met whisky vullen.
Beide glazen opdlinken en de scherven van het eerste glav oplaapen.
Nog een halff glav insjenke en opdlinke.
Na een halff uuj de hoven opedoen om deend te sjekke.
Blandwondesalv in de batkaamer gaan naale en op de bovekant van de linkehand doenn.
Deh hove een sgop geve.
Twee glave wiski insjenke ent middeste glav leegdwinke.
De nove opedoen naadatte eerste glav leeggis en de sjotel vastpakke.
Blantwondesalf op de binnekant van de regthand doenn en deend oprape.
Deend noggis oprape en met een handoek de bwantwondesalf van deend vege.
De hande ontfette med viskey en de tupe salff weerr oprape.
Tkapotte glazzepvege enn deent trug in de hove duuwe.
Deent uitsgelde en hardur duuwe.
De tweeede flez wiki opedoen en wee ofereindsette.
Opstaan fan de floer en tzpek onder de kaast veege.
Noggis plobeern opsstaan wan de vjoer en… togmaa blijfe sitte…

Ui vless dlinke wandte glave sijn kabot.
Denoven afsette, dooge sluite en omfalle.

Eedsm… Grrrzzzzzz….

Ingezonden door: Will

By karelriemelneel | January 24, 2010 - 10:45 pm - Posted in Duimzuigerij, Galbakkerij, Nederlands, Verbaal Genot


image by trumanlo, edited by Gsorsnoi 

Is het sommige mensen al eens opgevallen dat het onmogelijk is bepaalde handelingen met je lichaam uit te voeren? Die handelingen waar een mens gewoon niet voor is ontworpen?
Probeer maar eens je ellebogen te likken! Gegarandeerd dat je raar wordt aangekeken.

Zo heb ik ook ontdekt dat het bijna onmogelijk is om woorden die beginnen met een aantal niet-plosieve letters (plofklanken) uit te spreken tijdens het niezen. Plosieve letters zijn krachtige stemloze letters die hard overkomen en waar vaak lucht bij vrijkomt. Bijvoorbeeld: ‘P’, ‘T’, ‘K’, ‘B’ en ‘D’. Niezen met plofklanken gaat prima.
Helemaal dekkend is deze uitleg over de plofklanken niet. Zie daarvoor de Wiki-link onderin dit artikel. Het is niet mijn intentie fonologie met jullie te bespreken. Waar het mij om gaat is dat niet-plosief niezen niet mogelijk is.

Toch kan ik je verzekeren dat het gebruik van deze woorden met niet plosieve letters tijdens het niezen een explosie garanderen. Probeer maar eens ‘Warschau’ te zeggen tijdens zo’n heerlijke natte nies!

Niet op het einde van je nies hè! Dat is vals spelen. Bij aanvang van het niezen ‘Warschau’ zeggen. Dan garandeer ik je een natte explosie!

Gezondheid!

http://nl.wikipedia.org/wiki/Plosief

image by mush2274, edited by Gsorsnoi  

Mensen, ik heb jullie iets op te biechten.
Voor wie dacht dat ik die anagrammen allemaal zelf verzin, zit er een beetje naast. Mijn pseudoniem de ‘Reuze Navelpad’ bestaat namelijk echt als individu. Ik zal jullie vertellen hoe het peerd aan de steel steekt. Het berust allemaal op een waar gebeurd verzinsel. Ik laat mij de anagrammen namelijk influisteren door mijn huisdier, mijn pad.

Voor sommigen onder ons is het vast een beetje raar om een kwakende amfibie thuis te hebben rondhuppen die met de pot mee eet. Nee, niet zo’n groene kikker zoals we die wel kennen uit die Amerikaanse poppenshow, maar een echt bruine pad. Hij woont inmiddels al een aardig tijdje bij mij in en we hebben het reuze gezellig samen. Deze toen nog naamloze kwaker was eens op een nacht bij mij de tuin in geslopen waar ik hem vond naast de vijver. Hij was er flink slecht aan toe, broodmager en bleek. Ik vond hem er maar wat zielig en hulpeloos uitzien en besloot hem te adopteren. ’s Avonds zaten we samen aan de lasagne en de pad liet het zich goed smaken.
“Wel netjes met mes een vork eten hè?” drukte ik hem op het hart. Het adopteren van een pad is wel prima, maar ik greep wel gelijk de mogelijkheid aan hem wat manieren te leren. Viezeriken aan tafel vond ik namelijk maar niets.

Met vanalles wat mijn bescheiden keuken ons bood probeerde ik hem te voeden. De pad knapte er alleen niet echt van op. Hij had na een paar dagen verse voeding nog altijd dat ingevallen gezichtje zoals ik hem had aangetroffen en het spek op het lijf en de beentjes kwam er ook niet echt aan. Vitamines en supplementen trok ik van A tot zink uit de kast en heb de pad volgestopt met de meest exotische soorten fruit. Ik heb rustig met hem wat oefeningen gedaan om aan de lichaamsbeweging te komen en heb hem zelfs een paar baantjes leren zwemmen, maar met de gezondheid van de pad bleef het aanmodderen. Het duurde niet lang of de pad lag al gauw met een thermometer tussen zijn kikkerbilletjes in de lappenmand.

Dagen lang at hij slecht of bleef het gewoon niet binnen. Dat was tot op die bewuste dag dat ik ’s ochtends wakker werd en mijn pad foetsie was! Mijn pad was weg en zo ook zijn fietsje. Zijn bedje was leeg en had de benen genomen, zonder dankjewel te zeggen. Hij was op pad de wijde wereld in gefietst. En dat met zijn conditie!

Even was ik even helemaal de weg kwijt en mijn pad en mijn fietsje. Ik ben meteen maar overal gaan zoeken waar mijn lieve padje was gebleven. Hij was niet op of in het toilet. Hij zat niet achter de pc. Er was ook niemand onder de douche en nee, hij zwom ook niet in ons vijvertje. In of om het huis kwam ik hem niet meer tegen. Ik bedacht me dat hij misschien wel naar de dokter was gegaan. Dus ben ik de dokter gaan bellen en kreeg de assistent aan de lijn.
“Dag mevrouw. Met Achmed spreekt U. Weet U misschien of mijn pad vandaag bij U een afspraak heeft?”  Even bleef het stil aan de andere kant van de lijn. Tja, ik zou toch ook de dokter hebben gebeld als ik er zo bleek uit zou zien. Uiteindelijk antwoordde ze met:
“Euh … nee, meneer, maar ik kan wel een afspraak voor maken voor U.” Alhoewel ik mij niet echt lekker bij mijn hoofd voelde, bedankte ik voor dit aanbod en hing op.

Een dag en een nacht gingen er overheen, maar gelukkig bij het krieken van de dag ging ’s ochtends de deurbel. Daar stond hij dan: mijn pad voor de deur op het pad voor het huis. Van het eerder uitgemergelde beestje viel compleet niets meer te herkennen. Ik moest opkijken om hem in de ogen te kijken. Hij was zo groot dat een deel van zijn lichaam links en rechts bijna uit het zicht verdween. Mijn pad had zich blijkbaar volgevreten en stond nu met een reusachtig dikke buik op mijn stoep.

Van binnen kookte mijn bloed. Eigenlijk had ik hem buiten moeten laten staan om hem zijn lesje te leren, maar mijn vadergevoel won het van mijn boosheid. Ik liet mijn rondbuikige zoon binnen en vroeg hem netjes zijn voeten te vegen. Ik was aangeslagen door zijn wangedrag voor het zo lang weg blijven. Hier at hij zijn bordje niet leeg en werd er ziek van en om dan anderhalve dag van huis te zijn om volgevreten thuis te komen was natuurlijk ongehoord. Dus besloot ik hem aan een verhoor te onderwerpen.

Na lang met hem gekwaakt te hebben, had ik nog altijd geen antwoord op mijn vraag waar hij was geweest. Tenminste, dat was wat ik dacht, want op de vragen die ik hem had gesteld had ik steeds in onbegrijpelijke taal antwoord gekregen. Woorden vloeiden over zijn dunne lippen, maar het ontbrak aan elke samenhang:
“Onechte Rijstbal, Albert Toeschijn, Botersla Nichtje, Batterij Scholen, Ontelbare Schijt Achterbil Snotje, Lichtere Bontjas, Blah Citroentjes…” en meer van deze onbegrijpelijke kreten kwamen er huilend uit zijn strotje. Er was werkelijk geen touw aan vast te knopen. Dus begon ik me steeds meer zorgen te maken. Straks moest ik hem nog op laten nemen in een inrichting. Misschien was hij geestelijk wel niet helemaal in orde.

In dezelfde vreemde taal ratelde hij maar door met zijn rare combinaties van woorden. Wat mij daarbij wel opviel, was dat de  Reuze Pad langzaam leek te gaan krimpen bij elk woord wat hij uitbraakte. Alsof hij ruimte wilde maken in zijn maag door af en toe even wat lucht weg te boeren zodat hij zich weer vol kunt vreten met iets nieuws. Mijn bruine vriend slonk en kromp tot er uiteindelijk weer een alleen klein padje overbleef.

Zo ging het een paar dagen en nachten door tot ik er goed radeloos van werd en besloot op onderzoek uit te gaan. Ik moest en zou weten waar dit rare gedrag op sloeg. De pad was een goede vriend van mij geworden, maar waarom ging de kleine pad steeds op pad en kwam at hij uitsluitend buiten de deur ten einde zich leeg te boeren met onbegrijpelijke kreten? Ik zou het spoedig weten.

Wordt vervolgd.

Volgend hoofdstuk: Pervers Kind

By rinaoddel | January 19, 2010 - 11:10 pm - Posted in Nederlands, Rara Rina

We zoeken een engels woord van 6 letters.

“In mijn voorkant kun je iets lekkers bewaren. Mij begrijpen, doen niet velen. En als je dat al doet, duurt het soms wat jaren.”

“Mijn achterkant mag lijken op de verleden tijd van een zekere sterke drank, maar bestaat natuurlijk niet echt. Ont-deed je dit met het zwarte goud, dan heb je het nu niet slecht.”

By gsorsnoi | January 18, 2010 - 1:27 pm - Posted in Nederlands, Scherpe Blik

Een opmerkelijke terugblik op een nieuwsflits heeft mij even aan het denken gezet. Eén Vandaag greep terug op het wereldnieuws dat een ex-comapatiënt na 23 jaar weer van het één op het andere moment blind kan typen. Zij het met één vinger, maar onder begeleiding van een dame die zijn hand vasthoudt, zou deze man weer blind kunnen communiceren.
Blind, omdat hij zijn hoofd afgekeerd heeft, terwijl de “helpende” dame oogcontact houdt met het toetsenbord.

Een verslaggever van het NOS Journaal zette hier toch wat vraagtekens bij en besloot een hier wat onderzoek naar te doen. Uit een eenvoudig testje bleek dat het bijna onmogelijk is om met een afgewend hoofd met één vinger op een normaal toetsenbord te kunnen communiceren. Het schrijven van je eigen naam levert al problemen op.
Zelfs al heb je de, voor het blindtypen, onmisbare referentie van de nokjes op de ‘F’- en de ‘J’-toetsen, deze manier van blindtypen lijkt onmogelijk.

Ik heb zelf eens geprobeerd om mijn eigen naam op deze manier te typen. En inderdaad, de letterbrij lijkt in de verste verte niet op mijn eigen naam:

gsorsnoi

Bron: NOS Journaal / Eén Vandaag
Alternatieve bron: http://skepp.be/nieuws/typende-coma-patiënt

By kornelisoflook | January 15, 2010 - 8:21 am - Posted in Nederlands, Onbedoelde mening, Scherpe Blik

image by luigi morante, edited by Gsorsnoi 

Wat is dat nou eigenlijk ‘Ouderdom’?

Natuurlijk hebben we daar allemaal wel een beeld bij. Je bent de 65 gepasseerd, je lichamelijk en geestelijke gesteldheid werken lang niet meer zo goed als vroeger. En vooral de mogelijkheid van ons lichaam om zichzelf (gemakkelijk en snel) te kunnen herstellen, neemt af.
Onlosmakelijk van die informatie is het beeld dat je op drie, vier (of zes!) benen bent gaan lopen. Dat ligt er maar net aan met welk hulpmiddel je jezelf in je ouwe dagen voortbeweegt. Of je wordt gerold. Je bent witgrijs of kaal en je huid hangt er zo slap bij dat het uit je kleren flubbert.
Ik kan makkelijk nog meer detail verzinnen, maar dat is niet de intentie van dit verhaal.

Niet echt een fraai beeld van de toekomst in elk geval. Maar we zullen uiteindelijk allemaal weer een keertje tot stof wederkeren. De pijp aan Maarten geven of het hoekje omgaan. Je doet er niets aan.

Wanneer dat dan gebeurt hangt natuurlijk van een hele berg factoren af.
Oorzaken zijn er in elk geval genoeg:
Je wordt clichématig door een automobilist op een hoopje geveegd; je sterft aan een verschrikkelijke aandoening; je berooft jezelf van het leven; of je laat iemand dat vóór je doen; je liep toevallig op een mijn; of in het bereik van een kernbom; je struikelt in de keuken over een culinair moordwerktuig; of stikt in het product wat daar is klaargemaakt, je maakt een nekval tijdens het bergbeklimmen, of er overkomt je één van die onmogelijk lijkende doodsoorzaken zoals je ze wel kent uit de Final Destination filmserie.
Zoals levend verbranden op een zonnebank. Die vond ik zelf wel erg interessant en erg akelig.

Toch zijn dat dus allemaal doodsoorzaken die de dood duidelijk kunnen verklaren. Zo van: “dit gebeurde er en daarom is hij nu dood”.
Wat vind je daarom dus van de doodsoorzaak ‘ouderdom’? Hoe gaat zoiets?

Ik snap dat je sneller ‘omvalt’ als je ouder bent. Maar gaat dan gewoon in één keer de knop uit of zo? Je valt in elkaar. Lichaamsfuncties vallen uit. We kunnen je een beetje opschudden, maar we krijgen geen respons meer van je.
Stopt je bloed spontaan met rondstromen? Dus: houdt je hart op met pompen. Of zit er een prop voor? Misschien begrijp ik dit verkeerd, maar heet zoiets niet gewoon een hartstilstand? Of een infarct, of nou ja, iets wat je als je pech hebt op je 16e ook kan overkomen?
Dan is de doodsoorzaak toch: ‘dood door hartstilstand’? Ook al ben je honderdenvier? Of zie ik dat verkeerd?

Laten we eens een ander voorbeeld nemen:
Ligt een peuter op straat met ernaast een gozer met in zijn hand een honkbalknuppel.
“Ja hij is dood ja. Heel raar. Ik heb hem een paar klappen gegeven en toen is hij ineens gaan liggen. Maar dat is niet de reden hoor. Hij was gewoon te jong”.
Oké, dat is natuurlijk geen leuk voorbeeld en met net zoveel klappen kan een twintiger of dertiger net zo snel gaan liggen. Toch hoop ik dat je mijn punt begrijpt: jonge en oude mensen zijn kwetsbaarder. Over oudjes lees je dan: “Doodsoorzaak: ouderdom”. Waarom dan niet bij jonge mensen: “Doodsoorzaak: jeugdigheid”?

Dit is uiteraard omdat er soms wel meer dan één doodoorzaak in verband moet worden getrokken.
Als AIDS-patiënt hoef je soms maar een snotje in je neus te hebben en je bent weg. Oorzaken: AIDS en verkoudheidje.
Het is daarom dat ik niet snap dat er van oudere personen die het leven laten, maar niet direct aanwijsbaar is waarom, wordt gezegd: “Doodsoorzaak: ouderdom”.
Nee, zeg dat: “Doodsoorzaak: onbekend” of combineer die twee.

Het absolute (officieel erkende) record van oud worden staat trouwens op naam van Jeanne-Lousie Clament. Zij werd maar liefst 122 jaar en 164 dagen oud. Nou, dan heb je pas echt van voor ‘oud wijf’ spelen je hobby gemaakt. Al spreken al de  activiteiten in haar laatste levensjaren dat flink tegen.

Wat al haar doodsoorzaken zijn geweest heb ik niet kunnen opmaken uit de links hieronder. Wel dat ze met een steeds slechtere gezondheid is komen te zitten en mogelijk één van de zaken waar ze last van had de nekslag moet hebben gegeven.

Eén vraag is daarom voor mij nog altijd niet beantwoord: stel dat je zo’n nekslag gewoon niet krijgt, blijf je dan nog gewoon ouder worden?
Wetenschappers (en zelfs de Bijbel, zie 2e link hieronder), zeggen dat het echt een keertje ophoud bij je 120e. Nou mevrouw Calment, ik denk dat U wat hebt bewezen.
Groeten aan Vincent!

http://nl.wikipedia.org/wiki/Jeanne-Louise_Calment
http://nl.wikipedia.org/wiki/Oudste_mens

By karelriemelneel | January 14, 2010 - 7:33 am - Posted in Contaminaties, Gevleugelde Uitspraken, Nederlands, Verbaal Genot

Bestaat uit: “Op het nippertje” + “Ter nauwernood”

Uitgesproken door: Mhairi

Datum: Woensdag 6 Januari 2010

By tinusicket | January 12, 2010 - 1:34 pm - Posted in Mabuhay, Nederlands, Onbedoelde mening, Retourtje naar hier en terug, Scherpe Blik

image by MissMarnie, edited by Gsorsnoi  

“Wat een hond” dacht mijn vrouw mij binnensmond te horen vloeken toen een onguur individu naast ons in de bushalte een groenbruine substantie liet neerdalen op de stoeptegels.
“Wat een viezerik” had ze misschien een meer gepaste opmerking gevonden. Maar ze dacht echt dat ik hem wilde uitmaken voor hond. Terwijl ik toch echt wat anders zei.

Sorry, maar wat heeft een hond hier nou mee te maken? Staat deze trouwe viervoeter soms symbool voor rochelend tuig van de richel? Of ander onbeschaafd gespuis?
Nou maken we mensen wel eens uit voor hond wanneer ze iets doen wat alles behalve gepast is. En honden zijn niet altijd de meest keurige dieren. Maar om er gelijk een associatie mee te maken met iets smerigs, dat zou ik geen eerlijke vergelijking vinden ten aanzien van het geliefde huisdier.

Een man dringt voor in de rij bij de kassa; het persoon met wie ik mij verkeerd liet verbinden kankerde naar me; met piepende banden maakt een automobilist een draai op een weg waarbij een andere weggebruiker maar net voor hem kan remmen; een vriendje van onze buren urineert in onze gezamenlijke lift.
Dit is zomaar een greep uit dagelijkse irritaties waar menig mens wel eens mee in aanraking komt. Irritante gedragingen die we inderdaad wel eens beantwoorden met het persoon voor ‘hond’ uit te maken. Maar er is een woord wat mij toch sneller van mijn lippen los komt: ‘aso’.

Nu ik begrijp waarom zij denkt dat ik ze zo noem, krijgt het woord ‘aso’ wel ineens een heel treffende dubbele betekenis. Alhoewel het oneerlijk blijft tegenover het welbekende huisdier.
‘Aso’ is namelijk Filippijns voor ‘hond’.

By rinaoddel | January 10, 2010 - 3:16 pm - Posted in Gevleugelde Uitspraken, Nederlands, Verbaal Genot

Uitgesproken door: Carry Tefsen

Prachtig mens met prachtige uitspraken! En dit was er weer zo één.