By gsorsnoi | November 24, 2009 - 1:58 pm - Posted in Astronomisch gedachtegoed, Droomverhalen, Duimzuigerij, Nederlands, Onbedoelde mening

Niet alle verhalen die ik schrijf steken de draak met de Nederlandse taal of proberen de zin in onzin naar boven te halen. Gedichten en serieuze verhalen schrijf doe ik ook.

Het bewijs hiervoor is wel te vinden in het verhaal wat ik heb geschreven naar aanleiding van een rare droom die ik laatst had.
Heb je dat wel eens? Van die rare en vooral erg levendige dromen waaruit je wakker wordt met het gevoel alsof het allemaal echt is gebeurd. Ik heb daar regelmatig last van. Dan ben ik zo lekker aan het dromen dat mijn fantasie mij een hele nieuwe perceptie van de werkelijk voorzet.

Afgelopen nacht had ik waarschijnlijk in mijn slaap mijn kop gestoten, maar ik sliep vast genoeg om er niet wakker van te worden. In mijn droom bloedde mijn kop als een rund en liep ik duizelig door het huis alsof het allemaal heel echt was. Terwijl ik bij het ontwaken deze morgen niet meer had dan een klein bultje op mijn achterhoofd.
Niet erg spannend allemaal. Dit droomt iedereen toch wel eens?

Helemaal op mijn achterhoofd gevallen ben ik niet. Ik snap ook wel dat hier het verband lag tussen wat ik droomde en het feit dat ik mijn kop stootte in bed.
Maar wat ik laatst droomde was wel erg raar! Het leek wel alsof ik de droom van iemand anders droomde. Niets van de elementen in die droom lijken namelijk op wat ik in mijn eigen omgeving meemaak. ‘s Ochtends wakker geworden uit die droom ben ik het verhaal gaan opschrijven zoals ik het in mijn droom gezien had. Om een tipje van de sluier op te lichten: ik ken niemand in mijn omgeving met het Downsyndroom.

Het verhaal ‘Muinemannetjes’ is te lang om op deze weblog te plaatsen. Daarom heb ik deze onder mijn pseudoniem Achmed Liën aangeboden aan www.korteverhalen.nl . Zij hebben mijn verhaal gepubliceerd op hun website.
Het is een verhaal dat een erg zwaar onderwerp aanhaalt: een man met het Downsyndroom die zijn grote broer zijn wens wil duidelijk maken. Hij wil uit het leven stappen.
Ik weet nog altijd niet waarom ik het geschreven heb. Ik heb het hele verhaal in één nacht in een droom beleefd waarin ik zelf de ik-persoon in het verhaal moest voorstellen.

Ik ben erg benieuwd wat mensen er van vinden.

‘Muinemannetjes’ vind je op Korteverhalen door links in het menu via Zoeken op auteur ‘Achmed’ te zoeken.

By tinusicket | - 10:11 am - Posted in Duimzuigerij, Nederlands, Ogenblikken

Ik wil nog een kort ogenblikje stilstaan bij hoe ik het artikel ‘Er is een storm op handen’ afgesloten had met de woorden: “De tak wandelde verder en ik kwam veilig thuis.”

Hoe zit dat nu? Een tak die eerst vloog en daarna de benen nam. Dat moet dan toch een wandelende tak zijn geweest? Alhoewel, als een tak wegwandelt dan moet hij op z’n minste ledematen hebben om zich op voort te bewegen. Daar herinner ik me weinig van.
Of was het toch een vliegende tak? De tak vloog immers langs mijn gezicht waarbij het een onwelriekend windje van rottende lucht in mijn gezicht blies. En ach, met de gedachte aan die geur kan het ook zo’n takkevlieg zijn geweest. Je weet wel, van die vieze beesten die neerdalen op bruine hoopjes om zich tegoed te doen aan de uitwerpselen van maakt-niet-uit wat voor dier. Zou Toto hier soms iets mee te maken hebben gehad?
Die takkelucht bleef wel hangen, dat kan ik je wel vertellen!

Wat ik mij trouwens afvraag: zijn wandelende takken meerslachtig?
“Of wandelende takken neerslachtig zijn?” hoor ik jullie dan vragen. Nee, niet ‘neerslachtig’. Daar hebben we de afgelopen dagen al genoeg van gehad. Dat je van die neerslag wel goed neerslachtig kan worden, dat moge duidelijk wezen. Wat ik bedoelde is ‘meerslachtig’. Dus of er bij dit organisme meer seksen voorkomen?
Man, wat stel ik eigenlijk rare vragen. Laat maar, ik ga er wel even op Googelen.

Een kleine beetje Googelen levert ons al gauw het antwoord op dat het antwoord ‘ja’ is. Maar het hangt wel af van het ras. De gewone wandelende tak bijvoorbeeld, die is niet meerslachtig. Zijn volledige naam luidt ‘Carausius morosus’. Bij deze soort komt er dus geen mannetje aan te pas. De vrouwtjes leggen eerst een stel onbevruchte eieren waar weer een heel stel nieuwe vrouwtjes uitkomen.
En dat noemen ze ‘gewoon’? Ik zou er seksueel flink gefrustreerd van worden!

Kortom: Ik ben aangevallen door een Takkewijf.

Aangevallen of niet. Met dit takkeweer was ik toch maar wat blij dat ik met de fiets was. Want om nou dat hele takke-eind te moeten wandelen …