By karelriemelneel | September 21, 2009 - 7:49 pm - Posted in Astronomisch gedachtegoed, Duimzuigerij, Nederlands

Nee, dit artikel gaat helaas niet over een nieuwe vorm van duurzame energie. In dat geval had er spraken moeten zijn van een onbeperkte hoeveelheid pindakaas. Ah, wat had de wereld er dan mooi uitgezien!
Nee, dit artikel gaat helaas ook niet over een nieuw stroming in de seksindustrie. In dat geval had de Tycoon Newspaper ineens een paar duizend nieuwe lezers mogen verwelkomen. Maar of we daar nou echt blij mee moeten wezen?

Dit artikel gaat over een vijver en één van mijn Goofy-momenten.

Mijn vijver. Dit weekend kwam ik tot de ontdekking dat het watervalletje dat naar mijn vijver loopt er droger bij lag dan de lever van André Hazes. En die is volgens mij erg droog op het moment! Ook lag het loopje naar het water vol met groene smurrie. Tijd om de pomp schoon te maken dacht ik.

Wij wonen nog maar pas in dit huis.
Nog nooit heb ik zelf een tuin gehad. Laat staan dat ik er een vijver in had liggen. Ervaring met vijverpompen had ik tot dit weekend dus ook niet. Daar is nu verandering in gekomen. Het was niet veel later dan het middag uur dat ik besloot die pomp eens flink aan te pakken. Alleen wist ik dat ik bij eerdere inspectie van het pompvat tot de ontdekking was gekomen dat het deksel muurvast zat. Daar moesten spieren en logica aan te pas komen!

Spieren lukte wel. Maar zonder logica kom je vaak niet ver. Tot grote spijt van mijn weggegooide tijd heb ik een uur aan dat deksel lopen trekken alsof ik iemand moest verlossen die een emmer op z’n hoofd had gekregen en geen lucht meer kreeg. Uiteindelijk was dat bijna waar ik zelf op uit kwam. In een rothoekje tussen een varen, een grote hortensia en een rozenperkje lag ik gebogen over het watervalletje moeilijk te doen bij dat deksel.
Na wat discussie met mijn vrouw besloot ik eens de andere kant op te draaien. Misschien hielp dat.Zwetend en hijgend van de inspanning lag ik krom over dat vat. Ik viel bijna van mijn geloof met mijn uitspraken, maar heb mij kunnen bedwingen. Er hoefde geen vloekschepjes aan te pas te komen. Wel moest mijn broek er aan geloven (algen!).

Laat het een uur geduurd hebben tot ik tot de ontdekking kwam dat de klimop van de buurvrouw zich onder de rand van de deksel een weg probeerde te vinden naar het vocht in het vat.
Lekker dan! Uitgerekend die groene rotzooi die niet eens in mijn eigen tuin staat probeert  hier mijn pomp om zeep te helpen. Ik kreeg dat pompvat gewoon niet open omdat de wortels zich bij het opendraaien steeds vaster om het schroefdraad heen begon te wikkelen. Maar die beschuldiging bleek niet helemaal gegrond.
Het duurde tot zeker een uur of drie dat het flink begon te kraken en ratelen. In mijn bovenkamer wel te verstaan. Met een beetje pindakaas-logica en projecterend vermogen vanuit mijn grijze massa kwam ik tot die genadeloze conclusie: wat een ezel ben ik!
In zo’n Daffy Duck-tekenfilm groeien er normaal twee van die grijze flaporen uit het hoofd van Elmer Fudd. Ik heb niet in de spiegel gekeken, maar het had me niets verbaasd dat die oren ook op dat moment uit mijn hoofd begonnen te groeien. Rennend begaf ik mij naar mijn keuken alwaar ik een pot pindakaas (wat moet je zonder?) opendraaide … en ja hoor! Ik draaide al die tijd de verkeerde kant op!

Ezel.

Het kostte me evengoed nog behoorlijk wat inspanning om het vat open te krijgen. Maar zonder pindakaas had vandaag het watervalletje naar mijn vijver nog altijd op een droogje gezeten.

Pindakaas, wie is er niet groot mee geworden?